6e kyu (oranje band)

Oranje band (6e kyu)

Het examen bevat de volgende technieken

Alle voorgaande eisen

8e kyu; 7e kyu

 

Stoottechnieken:

Gyaku-nukite; Kizame-tsuki

Standoefening:

Yoko-geri-kekomi links en rechts

Kihon ippon kumite: 

aanval Jodan Chudan Mae-geri

Kata:

Heian sandan

 

Het examen wordt als volgt afgenomen

Kihon

  1. Voorwaarts chudan oi-tsuki (Zenkutsu-dachi); mawate, voorwaarts chudan gyaku-tsuki (Zenkutsu-dachi); mawate.
  2. Voorwaarts age-uke/chudan gyaku-tsuki (Zenkutsu-dachi);  sagaru age-uke/chudan gyaku-nukite (Zenkutsu-dachi).
  3. Voorwaarts soto-uke/chudan gyaku-tsuki (Zenkutsu-dachi);  sagaru soto-uke/jodan kizame-tsuki/chudan gyaku-tsuki (Zenkutsu-dachi).
  4. Voorwaarts uchi-uke/chudan gyaku-tsuki (Zenkutsu-dachi); sagaru uchi-uke (Kokutsu-dachi)/jodan kizame-tsuki/chudan gyaku-tsuki (Zenkutsu-dachi).
  5. Voorwaarts shuto-uke (Kokutsu-dachi)/chudan gyaku-nukite (Zenkutsu-dachi); sagaru  shuto-uke (Kokutsu-dachi)/chudan gyaku-nukite (Zenkutsu-dachi); shizentai.
  6. Voorwaarts jodan mae-geri (Zenkutsu-dachi); mawate, voorwaarts chudan mae-geri (Zenkutsu-dachi); mawate.
  7. Voorwaarts jodan yoko-geri-keage (Kiba-dachi); mawate,  voorwaarts jodan yoko-geri-keage (Kiba-dachi); mawate.
  8. Voorwaarts chudan yoko-geri-kekomi (Kiba-dachi); mawate, voorwaarts chudan yoko-geri-kekomi (Kiba-dachi); mawate, shizentai.

Alle technieken 5 maal, bij laatste maal kiai

Standoefening

  1. chudan yoko-geri-kekomi (heisoku-dachi), links en rechts.

Kata

  1. heian shodan, heian nidan en heian sandan.

Gohon kumite

  1. aanval jodan en chudan.

Opmerking: tegenaanval met kiai.

Kihon ippon kumite

  1. aanval jodan, chudan en mae-geri.

tegenaanval met kiai.

Jiyu kumite

  1. min. 3 en max. 5 partijen van 2 minuten.

Let op effectiviteit, balans, controle, houding, beweging en activiteit.

 

Fouten die niet meer mogen voorkomen

1.      Naar voren leunen, naar achteren leunen, opgetrokken schouders.

2.      Te vroeg draaien van de vuist bij stoottechnieken of afweringen.

3.      Naar de grond kijken.

4.      “Omhoogkomen” bij voor- of achteruit gaan.

5.      Op verschillende hoogtes houden van handen of vuisten.

6.      De vuist niet strak genoeg aan de heupen, ontbreken van actie-reactie.

7.      Laten vallen van het been na een geri, ontbreken van geri-waza.

 

Zie uitleg karate termen